Kan een werkgever onder het regime van de Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) nog een onderzoek (laten) instellen naar het gedrag van een werknemer?

Remke Scheepstra

Partner Employment / Data Privacy Baker McKenzie Amsterdam

De inwerkingtreding van de AVG heeft heel wat angst ingeboezemd bij menig ondernemer. Immers, overtreding van de AVG kan leiden tot een aanzienlijke boete van niet minder dan 4% van de totale wereldwijde jaaromzet. Anderzijds heeft het iedereen ook bewuster gemaakt van zijn/haar rechten als het gaat om privacy.


Zo ook deze werkneemster, die een kort geding aanspant tegen haar werkgever, Sanquin. Sanquin heeft werkneemster op non-actief gesteld omdat haar gedrag ten opzichte van ten minste één werknemer heeft geleid tot een bedreigende en intimiderende werkomgeving. Sanquin geeft een onderzoeksbureau opdracht een onderzoek in te stellen naar het gedrag van werkneemster. Werkneemster werkt ook mee aan het onderzoek en wordt door het onderzoeksbureau geïnterviewd. Nadien stelt werkneemster de rechtmatigheid van het onderzoek en de verwerking van haar persoonsgegevens door het onderzoeksbureau ter discussie. Werkneemster verzoekt Sanquin haar persoonsgegevens uit het rapport te wissen, omdat deze onrechtmatig zouden zijn verkregen. In het kort geding vordert werkneemster een verbod om gebruik te maken van het onderzoeksrapport in het kader van een lopend arbeidsconflict.


De rechter stelt vast dat het onderzoeksrapport in alle openheid uitsluitend is gebaseerd op interviews met betrokkenen en op door betrokkenen (met name werkneemster zelf) aangeleverde gegevens en niet op gegevens die (al dan niet heimelijk) door onderzoek van het onderzoeksbureau boven tafel zijn gekomen. Daarom kan niet worden geconcludeerd - aldus de rechtbank - dat het rapport vanwege de wijze van totstandkoming zonder meer onrechtmatig is, en daarmee niet rechtmatig is in de zin van artikel 5 AVG. De enkele omstandigheid dat het onderzoeksbureau niet over een vergunning in de zin van de Wet particuliere beveiligingsorganisatie en recherchebureaus (Wbpr) beschikt brengt niet zonder meer mee dat werkneemster - op basis van de AVG - van Sanquin zou kunnen eisen dat zij (de inhoud van) het rapport buiten beschouwing laat. Sanquin heeft het rapport immers niet opgesteld, noch is gebleken dat Sanquin onrechtmatig heeft gehandeld bij de totstandkoming daarvan.


In dat kader is van belang dat Sanquin alleen de contactgegevens en geen andere persoonsgegevens van werkneemster heeft verstrekt. Sanquin had daarvoor een gerechtvaardigd belang in de zin van artikel 6 onder f van de AVG, namelijk om een onderzoek te doen verrichten naar mogelijk ongewenst gedrag van werkneemster op de werkvloer. Daarin is Sanquin ook transparant geweest. In de brief is werkneemster geïnformeerd over het onderzoek en de achtergrond daarvan. De rechter concludeert dan ook dat er tegen deze achtergrond geen aanknopingspunten te vinden zijn, dat Sanquin in strijd handelt of heeft gehandeld met de AVG.

Uitspraak: Rechtbank Amsterdam, 10 oktober 2018
(Zaaknummer C/13/654394/KG ZA 18-9
83)